Ouwe hoer

Ik koester een exceptioneel grote haat voor een buitengewoon klein land
Is dat nu wel redelijk vraagt een nette meneer die naast mij zit
Kut vent
Ouwe hoer
Het is altijd verborgen gebleven
Misschien wel alleen maar achter mijn rug
In absentia
Een sinister cynisme dat mijn schaduw werd
In een dovend licht flikkert er nog een vlam
Een lont dat smeulen blijft en ja dan eindelijk weer opleeft
Ontsnapt aan de hellepoort
Tegen de overmacht
Van kleinburgerlijke ordentelijkheid en de enge blikken van sardienen
Op een uitgedroogde brakke polder
Een vissenkom als waarzegger

Ontsnapt maar niet aan de haat van bekrompen razzias
Schoolmeesters en hun Katholieke almacht
Klein geluk in overtal
Gedachtenloze zelfgenoegzaamheid
Van halfgeletterde burgers en hun bijbelse tv
Aan welke zij de hogere waarheid onttrekken
In hd bespiegelen zij hun tenenkrommende gelijk
Dat altijd het maaiveld kort houdt

De nette heer zegt gedag en ik zwijg
Zo dichtbij ligt mijn weerzin voor een ver land
Ik hoor hem niet meer
Zijn voeten schoffelen uit mijn ooghoeken weg
Op het getij van continenten
Drijven twee werelden uiteen

One thought on “Ouwe hoer

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *