Bericht uit Nieuw-Nederland (2)

Fortuyn in Amerika

Van oudsher (tenminste in elk geval niet vroeger dan rond 1600) staat Amerika bekend als het land van de ongekende mogelijkheden en dat imago trekt immigranten van over de hele wereld. De Amerikaanse droom: van krantejongen tot miljonair, vind je hier op de hoek van elke straat. Vaak werd Amerika dan ook als het beloofde land gezien, geinspireerd door religieuze of koloniale motieven. De eerste dichter van New York Jacob Steendam publiceerde onder andere een pamflet-achtig ‘Lof van Nuw-Nederland’ in 1661, waarin de overdaad en rijkdom bezongen wordt. Dat beeld van Amerika bestaat nog steeds. In 2001 waren er 2,1 miljoen Amerikanen met een financieel vermogen (exclusief vastgoed) van boven de 1 miljoen dollar op de 7.1 miljoen wereldwijd.

Maar de Amerikaanse droom is ook mythe, zo is volgens de Gini-index de inkomenskloof sinds 1967 alleen maar toegenomen, het aantal nieuwe miljonairs onder miljonairs percentueel afgenomen, en is het gemiddelde inkomen van Afros en Hispanics, meer dan $10.000 lager per huishouden dan dat van de blanke bevolking. Volgens de Human Poverty Index (HPI) van de Verenigde Naties staan de VS slechts op een 7e plaats, achter Nederland en Belgie, terwijl volgens het US Census Bureau 32,9 miljoen Amerikanen in 2001 onder de armoedegrens leefden.

Elke Amerikaan zal met folkloristische trots zijn persoonlijke Aeneis-genealogie vertellen, van de Sefardim, de Duitse ‘Dorf-juden’ en Russische ‘Ostjuden’, de Askenazim, Zuid-Italianen, Ieren, Polen, of Mexicanen, Puerto-Ricanen, Koreanen, Chinezen tot de Indieërs. In 2001 werden 1.065.000 immigranten legaal toegelaten tot de VS. Maar op een bevolking van 281,5 miljoen is dat slechts 0.38%, vergeleken met Nederland, dat 133.500 immigranten telde in 2001 op een bevolking van 16.1 miljoen, oftwel 0.83%. Aan de andere kant, is vrijwel elke Amerikaan natuurlijk een ‘allochtoon’ en terwijl Europa angstig worstelt met haar imago als immigratie-continent, is dat imago in de VS deel van de politieke en morele massacultuur. Er bestaat een zekere heroïek rondom de immigrant, de immigrant is hier een Odysseus op zoek naar een betere toekomst voor zijn kinderen. In europa echter is hij een parasiet die de welvaartstaat komt uithollen.

De post-industriële samenleving en de globalisering hebben me altijd gefascineerd, aangetrokken zelfs. Ik ben dan ook waarschijnlijk een van die zeldzame socialisten die globalisering als de weg vooruit zien. De ontologie daarvan gaat waarschijnlijk terug tot mijn ‘entartete’ kinderjaren als ‘Hollander’ in Limburg en 10 jaar als ‘Limbo’ in Amsterdam. De toevalligheden van een persoonlijke geschiedenis veroorzaken soms de meest willekeurige obsessies. Sinds ik naar de VS verhuisde viel me meteen op hoe eenvoudig het is je thuis te voelen in New York als je Amsterdam gewend bent. Als kind van mijn (post-moderne) tijd heb ik nooit het gevoel ergens thuis te zijn, maar ik voel me wel snel op mijn gemak in een stad waar een absoluut gebrek aan homogeniteit bestaat. Zo verdwaal ik graag in Brussel, maar niet in Barcelona, wel in New York, maar niet in Antwerpen, wel in Marseille, niet in Parijs, Amsterdam, maar geen Maastricht. Een vergelijking tussen het oude Amsterdam en het nieuwe Amsterdam, New York, ligt dan ook erg voor de hand in mijn geval.
Een vergelijking van enkele kerncijfers levert al meteen de interessante constatering op dat in de VS een onderscheid gemaakt wordt naar ‘race’, terwijl in Nederland het politiek correcte begrip ethniciteit wordt gehanteerd. Of dit netjes is of hypocriet (dwz in tegenspraak met het volksonderscheid) is de vraag.
Een ander detail in de cijfers is dat in de VS sinds 2000 in de censi kan worden aangegeven of men van gemengd ‘ras’ is, maar dat hoewel de meeste Afros dankzij de liefdesbetuigingen van vroegere ‘mastas’ en hedendaagse integratie meer wit dan ‘zwart als roet’ zijn, slechts 2.8% van de New Yorkers aangeeft van gemengd ras te zijn. Het is moeilijk op te maken of dit met zelfbewustzijn of stigmatisering van buitenaf te maken heeft. Het geeft in elk geval aan dat het begrip ras ook hier sterk vermengd is met ethniciteit, en dat het verschil tussen racisme en culturele vooroordelen één grote melting-pot is.
Amsterdam (1998-2002) – 735.000 New York City (2000) – 8.008.278
Nederland: 394.172 (53%)
Suriname: 71.941 (10%)
Marokko: 57.093 (8%)
Turkije: 35.074 (5%)
Indonesie: 21.657 (vm) + 6241 (4%)
Duitsland: 17.149 (2%)
Antillen Aruba: 12.033 (2%)
Ghana: 9.187 (1%)
GB: 7.814 (1%) White: 2.801.267 (35%)
Black: 1.962.154 (24.5%)
Native: 17.321 (0.2%)
Asian: 780.229 (9.7%)
Hawaiian/Pacific: 2.829 (0%)
Other: 58.775 (0.7%)
Mixed: 225.149 (2.8%)
Hispanic: 2.160.554 (27%)
Inkomen/Huishouden
24.800 euro (2000) Gemiddeld: 38.300 euro (2000)
Asian 47.500 euro
White 41.000 euro
Hispanic 29.700 euro
Black 26.300 euro

De twee steden zijn echter in vele opzichten gelijk: het zijn van oudsher havensteden die bloeiden door het belang als handelsstad, maar in de loop van de geschiedenis ontwikkelden ze zich tot financiële centra en economische hubs, waarbij de rol van zeehaven overgenomen werd door die van luchthaven, immigranten speelden een doorslaggevende rol in de ontwikkeling van de welvaart en ook nu nog zijn de twee steden globale magneten die grote groepen nieuwe immigranten aantrekken, en kennen beide steden een toonaangevende traditie op het gebied van kunst, cultuur en muziek, hoewel CBGB tegenwoordig onvergelijkbaar veel beter is dan Paradiso.
Maar het is met name de integratie van immigranten die me als echte Hollander natuurlijk boeit. De onrust die recentelijk ontstond door het doodschieten van de Marokkaan Dries op het Mercatorplein in Amsterdam, lijkt als twee druppels water op het doodschieten recentelijk van Sylvester in Harlem en andere incidenten. In beide gevallen bestaat de misleidende indruk dat het toevalligerwijs steeds weer Afros of Marokkanen betreft? Hoewel de meeste immigranten succesvol en gestaag integreren, vormt zich in de beeldvorming in beide steden, excusez-le-mot, een zwart schaap dat steeds weer geslachtofferd wordt. Er zijn andere interessante overeenkomsten tussen de Marokkaanse cultuur in Amsterdam en de Afro cultuur in New York. Beide culturen zijn buitengewoon gestigmatiseerd door een ‘gangsta’ of ‘diefjes’ imago, niet alleen van buitenaf maar ook van binnenuit gepromoot, beide zien gebeurtenissen gekleurd door het vermoeden van discriminatie, beide zijn ondergeschoold met een veelal ongeletterde achtergrond, beide worden ‘betutteld’ met een dozijn aan maatregelen onder de noemer ‘positieve discriminatie’ en ‘equal oppportunity’, en beide lijken zich niet te kunnen ontworstelen aan hun ondergeschikte positie. Maar er zijn ook enorme verschillen in de achtergronden en dus oorzaken van hun problemen: Marokkanen kampen met taalachterstanden, terwijl Afros vaak geen toegang hebben tot goed (en dus kostbaar) onderwijs in het algemeen, Marokkanen kwamen vrijwillig naar Nederland, terwijl Afros als slaven verhandeld werden en discriminatie ge-institutionaliseerd was tot voor kort.
Een interessante observatie is het relatieve succes van Aziaten in beide maatschappijen. Terwijl Max Weber de dominantie van het westerse kapitalisme zocht in de protestantse cultuur, zo lijkt ook de Buddhistische cultuur met haar nadruk op economisch succes als voorwaarde voor persoonlijke zelf-ontplooiing en het exorbitante belang dat aan onderwijs gehecht wordt, in combinatie met traditionele vormen van financiering en sociaal netwerk, van doorslaggevend belang in het succes van Aziaten. Volgens cijfers in 1991, was 60% van de kleine kruidenierswinkels in New York in handen van Koreanen.
Een vergelijking van inschrijvingen op universiteiten bevestigt het succesvolle beeld.

2002 white asian black hispanic
Yale University
(collegegeld: $27.000) 74% 13% 7.5% 5%

2001 M V Alien White Black Asian Hispanic Unknown
NY State 42% 58% 5% 56% 13% 7% 10% 9%
Columbia($28.000) Undergrad. 54% 8% 15% 8% 11%
Graduate 66% 5% 10% 5% 10%

Dat is dan nog een voorzichtige afspiegeling van mijn persoonlijke ervaring. Als bioinformaticus werk ik voor Yale Center for Medical Informatics, op een afdeling waar software ontwikkeld wordt voor klinische studies, genome onderzoek en neurobiologie. Mijn eigen project bestaat uit 3 Chinezen en ondergetekende, terwijl ik op eerdere projecten samenwerkte met Indieërs en een allegaar van nationaliteiten. Afros en Hispanics werken er niet, maar dat beeld is aan Nederlandse universiteiten waarschijnlijk niet anders.
In elk geval verbaast het me dat veel onderzoeken naar immigratie en integratie zich toespitsen op lokale bijzonderheden en microstudies betreffen, terwijl veel problemen rondom immigratie niet alleen van alle tijden zijn maar bovendien inherent aan sociaal-economische veranderingen op wereldschaal te wijten zijn.

Terwijl in de VS de lage sociale status van nieuwe groepen immigranten ervaren wordt als een normale ontwikkeling die slechts door een inert proces van assimilatie vervlakt, wordt in Nederland de aanwezigheid van immigranten doorgaans geproblematiseerd en als uitzonderlijk beleefd. Misschien heeft de Nederlandse cultuur met zijn burgerlijke behoefte aan middelmatigheid wel moeite om te wennen aan zoiets vreemds als buitenlanders

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *